Vlijmen/Het been

Twee jaar geleden ben ik gevallen. Bij een gemiddelde Portugese deurhoogte van anderhalve meter en een lichaamslengte van meer dan twee ´kan ´t verkeren´. Neem dat maar van deze koter aan – ik heb een lap eelt voor mijn kop als een bord. Bij de val klapte mijn linkerbeen onder mijn lichaam dubbel en hoorde ik een knal. Twee dagen geleden (reeds!) kreeg ik de diagnose – een diagnose die ik eigenlijk zelf al gesteld had twee seconden na het voorval destijds: er is iets gescheurd. 

Echter, die diagnose is de ´kenners´ nimmer over de lippen gekomen. Toen ik twee jaar geleden met opgestreken snikkel per ambulance in vliegende vaart naar de Eerste Hulp in Beja gebracht was, werd er een volledige röntgenfotosessie aan mijn zere been gewijd. Vervolgens werd mijn knie ingetapet en werd ik naar huis gestuurd met het advies: rust, ijs en krukken. ´Maar… is er niets gescheurd dan´, vroeg ik nogmaals vertwijfeld. Een geruststellend hoofdschudden was mijn deel. 

Goed, twee dagen geleden zegt de behandelend chirurg langs zijn neus weg, terwijl hij mijn veel te dikke knie betastte bij de zoveelste controle na de ingreep, nu een slordige drie maanden geleden: ´Bij de operatie hadden we al gezien dat er helemaal geen dijbeenspierpees meer was.´ Die pees, voor het goede begrip, loopt over de knieschijf en verbindt de dijbeenspier, de quadriceps, met het onderbeen. 

Kan ik de man iets verwijten? Ik kan hem hooguit voor de voeten gooien dat ie me dat nieuwtje drie maanden geleden ook wel had mogen vertellen, meteen na de operatie. Maar, strikt genomen heeft ie natuurlijk gewoon de operatie uitgevoerd waarvan een collega-orthopeed negen maanden daarvóór gezegd had dat het de te bewandelen weg was: kniegewricht verartroseerd, moet prothese in. 

Kan ik dan die orthopeed die, inmiddels een jaar geleden dus, de verkeerde diagnose stelde een verwijt maken? Dikke kans dat de dijbeenspierpees ook toen al opgelost was. Nee, ik kom tot de slotsom, ik had meteen ná mijn val geopereerd moeten worden. Dat is, als de orthopeed van de Eerste Hulpafdeling destijds meteen de juiste diagnose gesteld had aan de hand van mijn verhaal en de gemaakte foto´s: hee poppelepee, peesruptuur!

Maar ja, zoals ik gisteren al schreef: praten tegen een dokter is als zingen voor een dove – ze luisteren niet. Ze lijken te denken: dokter zijn is een mooi vak – men moest alleen geen patiënten hebben: dat haalt de lol er wel vanaf. De chirurg zei twee dagen geleden bij wijze van dooddoener nog vlijmscherp: ´Maar vóór de operatie kon u toch ook al niets meer met dat been!?´ Alsof ie zeggen wilde: Nou, wat zeur je dan – minder is ´t er niet van geworden.

Ik herinner me dat ik nog wel even heb overwogen om het advies op te volgen dat een vriend me gaf, een jaar geleden: ´Als je je twijfels hebt, Jaap, vraag dan een second opinion!´ Maar ja, ik was in de loop van het eerste jaar – in afwachting van het consult bij de afdeling Orthopedie – zo vaak naar de Eerste Hulp in Beja gesukkeld – onder meer om herhaaldelijk vocht boven mijn knie te laten verwijderen – en er waren telkens opnieuw zo veel röntgenopnamen gemaakt, dat ik besloot: Ach, als er werkelijk iets gescheurd was, dan hadden ze dat inmiddels wel geconstateerd. Toch?

Niet dus. Er rest me niets anders dan te leren leven met het risico dat ik bij iedere andere stap achterover dreig te kukelen, omdat de linker dijbeenspier, die eventueel evenwichtsverlies moet corrigeren, buiten gevecht gesteld is. Voetje voor voetje schuifel ik over ´s heeren wegen van het kastje naar de muur, gewapend met een wandelstok.
Daarbij is de tot nu toe a-symptomatische artrose in mijn rechterknie (en in mijn heupen) inmiddels symptomatisch geworden – naar verluidt ´door het willen ontlasten van het linkerbeen´.

Ja, het is wat! Ouderdom komt met gebreken, zeggen ze dan. Ik had me haar altijd voorgesteld als een traag dichter wordende mist die zich langzaam om het afnemende bewustzijn heen vlijt. Welnu, het is bij nader inzien meer alsof men anaal genomen wordt door een dolle stier in volle galop.

Maar, afijn, in een ijdele poging het onderscheid tussen hemd en rok weg te nemen gaf mijn zus de betrekkelijkheid van alle leed aan met de troostende woorden ´Ach, er zijn erger dingen.´
Amen

Dit vind je misschien ook leuk...