Van IJzeren Gordijn tot Heet Hangijzer
Camperaars die hier ter stede uit pure landerigheid vanuit hun ligstoelen iedere beweging van ondergetekende gadeslaan als ik mijn dagelijkse wandeling maak, en helemaal de ogen op steeltjes zetten als ik (de jaren gaan tellen, hè) een noodstop moet maken, zijn er vaak van overtuigd dat ik uit mijn knie sta te zeiken. Daarom wil ik beslist niet uitsluiten dat het soms ook kan lijken dat ik in een wilde bui uit mijn nek sta te lullen.
Maar dat kun je dan toch gewoon zeggen … zonder me meteen te … eh, ontvrienden? Of zie ik dat verkeerd?
Ik krijg het gevoel dat er steeds meer ijzeren gordijnen worden opgetrokken rond het schuttersputje van het eigen gelijk.
Ik schreef laatst bijvoorbeeld dat na de Val van de Muur (en het dun en gaar worden van het IJzeren Gordijn) Rusland zich nog relatief veilig voelde achter de rug van twee geharde dictators, die schouder aan schouder de vlakte afschermden waarover Westeuropese legers diverse keren het land binnenvielen, met alle verliezen aan mensenlevens van dien. En dat, sinds één van die twee een aantal jaren geleden met de staart tussen de benen Russische eieren voor zijn geld koos, waarna het verlaten land een democratische regering kreeg en NAVO-lidmaatschap begon na te streven, het de ‘democratisch gekozen’ leider van Rusland mogelijk wat begon te … eh, tochten over diezelfde vlakte.
Dat schreef ik. En meteen kreeg ik het etiket ‘vriend van Poetin’ opgeplakt. Hahaha! Die lul-met-vingers heeft helemaal geen vrienden! Daarom blijft hij ook wijselijk bij zijn schaarse bezoekers uit de buurt. Behalve als het vrouwen zijn. Omdat hij die niet voor vol aanziet, heeft hij van die kant volgens hem niets te vrezen: Kom maar bij pappie Poetie!
Afijn, toen ik ergens las dat de Amerikaanse geleerde Noam Chomsky al in 2016 schreef dat Oekraïne met vuur speelde door NAVO-lidmaatschap te ambiëren, gaf ik mijn leesbril een extra poets. Ik draag Chomsky een warm hart toe, niet in de laatste plaats omdat ik eind jaren zeventig op de unief als enige van mijn jaar een tien haalde voor het tentamen over diens Transformationeel Generatieve Grammatica — das waren noch Zeiten.
Doch toen ik zijn zes jaar oude woorden vervolgens op FaceBook pleurde, kreeg ik bij ijlbode de keus voorgelegd tussen brandstapel of met pek en veren het dorp uitgejaagd worden.
Seltsame Zeiten.
Of ik voor de verandering ook wat positiefs te melden heb?
Ja, heb ik …
Wij gaan het Eurosongfestival winnen. Met ‘wij’ bedoel ik Portugal. Nee, geen idee wat andere landen insturen, nee. Maar te midden de schreeuwerige kakofonie van het gemiddelde songfestival gaat Maro’s Saudade geheid een oase van rust zijn. Tja, zo’n typish Portugees woord, saudade — haast niet te vertalen. Het houdt het midden tussen heimwee, verlangen en nostalgie. Zij schreef het nummer naar aanleiding van het overlijden van een grootouder. Dus ja, saudade … het gemis voelen. Is dat wat?
Wat ik maar zeggen wil, is dat we het festival dit jaar schriftelijk kunnen afdoen. Bespaart een hoop geld. Geld dat we nog hard gaan nodig hebben straks … voor brood op de plank.
Recente reacties