Taalmoeheid
Het Fries wordt verzwolgen door het Nederlands, het Nederlands zwelgt domweg in het Engels, het Engels gaat steeds meer lijken op Amerikaans en het Amerikaans lijkt helemaal nergens op… ‘cuz no-one gives a shit’. Een en ander gaan met een zodanige snelheid, dat met een jaar of wat de enigen door wie nog loepzuiver ABN gesproken wordt, van Frieschen bloede zijn.
Hoe kom ik hierop?
Welnu, het is genoegzaam bekend dat Friese taalstrijders volgaarne in de slachtofferrol kruipen, een lege eierdop op hun kop plaatsen en het op een brullen zetten: ‘En het is níet eerlijk, want hij is groot en ik ben klein.’
Dus wie schetst mijn verbazing toen ik ’s anderendaags aan de praat kwam met een Britse Calimero, eentje die in Cambridge gestudeerd heeft. De man fulmineerde tegen de Amerikaanse vervuiling van zijn schone sprake tot er stoom uit zijn oren kwam.
‘Wil je me dat misschien even uitleggen?’, gooide ik een handje kolen op het vuur.
Welnu, dat was niet aan dovemans oren; er volgde een felle aanklacht tegen de Googles en Facebooks van deze wereld die de taalverwerving van Britse schoolkinderen naar de ratsmodee helpen omdat ze de Amerikaanse voorkeursspelling hanteren.
Ik moet bekennen dat ik doorgaans, wanneer ik aan een Amerikaan schrijf, ook keurig mijn spelling daaraan aanpas, teneinde te voorkomen dat zo’n onbenul gaat lopen roepen: ‘Die domme Hollander heeft niet eens in de gaten dat men realise met een z schrijft!’
En het is waar: geef me een stuk tekst geschreven door een Amerikaan, en ik haal er een hele vracht taalfouten uit. Maar, een Amerikaan vertrouwt alleen een geboren Amerikaan, die op zijn beurt alle klassieke fouten over het hoofd ziet; ze hebben – volgens mij dus volkomen ten onrechte – geen enkel vertrouwen in een niet-Amerikaan, in een non-native speaker. ‘… laat staan, in een Engelsman die in Cambridge gestudeerd heeft sinds het schandaal met Cambridge Analytics!’, voegde ik er schamper aan toe.
Brian (want zo heet hij) zuchtte gekweld.
‘Je hebt gelijk: we zijn de lul!’
Hij deed me plotseling denken aan die Welshman die ik laatst sprak en die, toen ik hem eraan herinnerde dat het slechts aan de onbuigzaamheid van Churchill te danken was geweest dat de Engelsen het vóór de oorlog niet op een akkoordje gooiden met Hitler, vol zelfspot smaalde: ‘Je hebt gelijk: we zijn tenslotte allemaal Duitsers, we praten alleen Engels.’
Hij verwees daarmee natuurlijk naar de Duitse bloedlijn van het Britse koninklijk huis, ofschoon de naam Battenberg om voor de hand liggende redenen inmiddels gewijzigd is in Mountbatten.
Sinds de bevrijding hebben Nederlanders met welwillend gespreide beentjes… eh, lippendienst bewezen aan het Engels. Iedereen herinnert zich vast de reclame waarin een yuppie opeens in ontwapenend oer-Hollands aan de kantinemedewerkster vroeg ‘Ach, juffrouw, mag ik ook zo’n kommetje snert?’, opeens weer kind in oma’s keuken. Terwijl hij daarvóór, nog in de rij, zijn telefoongesprek stoer liep te doorspekken met anglicismen: ‘Het lijkt me smart dat we na de break effe levelen. Olrijt, man, siejoe!’
Uit het Duits zijn er maar een paar termen door de Nederlandse ballotage gekomen. Er schieten me nu drie te binnen: überhaupt, sowieso en bunker.
Wacht effe! ‘An sich’ is er ook nog één. En, ja, ‘ansicht’ natuurlijk. Goed, dat brengt me op vijf – een handjevol. Wie biedt er meer?
En de Friezen zijn het spoor op taalgebied natuurlijk helemáál bijster.
In plaats dat taalvernieuwers de oude banden met het verwante Engels – in een grijs verleden het kleine zusje van het Fries, doch na een geslachtsoperatie geëvolueerd tot diens Big Brother – gaan lopen benadrukken en aanhalen, hetgeen de schoolgaande jeugd alleen maar te stade kan komen in hun latere loopbaan, kruipen ze het körperfremde en volmaakt onverschillige Nederlands in de kont.
Vriend Sytze heeft mij laatst proberen uit te leggen dat die lui kortelings een nieuwe regel bedacht hebben voor het gebruik van -oe- of -û- in geschreven Fries: men dient zich te richten naar het Nederlands. Woehaaaaaa!
Dat zeg ik, binnenkort spreken alleen Friezen nog ABN.
n Sellde stick if fon die ferskiind ‘n heäll’ier, -yier li’en.
Mey Duutske foàrbielden. Een en ander gaaT met ‘n.
Trije puntsjes … los fon lêste wörd … ney ‘n spaasje.
Lord Mountbatten is upblaasd mey siin yacht 35 ‘ier
li’en. Batenberg layt by Cuuk – Nijmegen, Nimwegen.
Dôvemân’s earen fiin ik sa good, en is eins ien wörd.
Giét it by Cambridge Analytics om dât iin UK of US?
House of Hanover horses, Hannover, Latiin Abnoba.
Neighbour UK, -bor US. Pisum, pea-soup, pyanepsia.
Freon Siitze sill sain have en sayt yét dât dit de ôlde
tastân wier ney 1980. Alltiten -oe- foàr -r en by boek.
Now û.o. by doe, Dû-tiden ‘jûch’, ‘drûch’, koàrt ienlûd.
333 foàrkar-foàrmen
Hoe kin in stik dat ik hjoed skreaun haw, in heal jier lyn ferskynd wêze. Kom ik yn ‘e bernskens? As do?
Of bedoelst dat ik it byld fan dy sopreklame alris earder brûkt haw? Dat mei sa wêze.
Ik bin yét nèt iin ‘e bernskens. Moàst der èk noch by come.
Cambridge Analytics wier der noch nèt by, de sop-reclame
& Duutske foàrbielden all, of combinearje ik disse dingen?
Een & ander, Soest âs meartall upfettië kinne. Puntsjes los.
Âst wollste. Sont Itaka witte wii nèt hoe’tst fon Sweden ta
Portugal slagge beast. Sieten yém iin need mey baarnen?