Onbekend maakt onbemind

Dat weet iedereen. De vraag waarom dat zo is, is interessant genoeg.
Want, zodra we het antwoord weten, valt er wellicht iets aan te doen. Zolang we het niet weten, kan iedereen niettemin vrijblijvend roepen: Onbekend maakt onbemind.
Iedereen, tenzij je minister bent. Want dan vallen jan en alleman over je heen. Zulks ondervindt Blok momenteel.

Nou, ken ik Blok niet, hoor. Dat maakt hem bij mij echter nog niet onbemind.
Maar dat zegt – zoals de oplettende lezer inmiddels weet – helemaal niks…
Hè?
Ja, ik moet het met één lezer doen, ja – het is ongelijk verdeeld in de wereld! Maar het is dus, gelukkig, een oplettende.
Afijn, die oplettende lezer weet dus: Ik trek me wel vaker niets aan van universele wetmatigheden – the story of my life.
Zet mij bijvoorbeeld op het strand tussen een gele man en een roodhuid en ik knoop met beiden zonder aanziens des persoons een praatje aan – maakt me echt niks uit.
Enerzijds heb ik altijd met veel plezier Japanners gereden en anderzijds weet ik dat ik over een stief uurtje er precies zo uitzie als die indiaan.

Zet mij daarentegen op datzelfde strand tussen een blanke en een neger uit Mozambique en je kunt er vergif op innemen dat ik met één van beiden geen woord wissel…
Watte?
Ja sorry, hoor! Maar mijn Portugees is nu eenmaal stukken beter dan mijn Duits – al die naamvalkuilen. Vooral op het strand – Das ist meine Nahmfallkeule…
Oh, is ’t een Engelsman? Nou, dan nog! Met iemand die zich van top tot teen heeft laten volkliederen met tatoeages, heb ik voor mijn gevoel niet zoveel gemeen – voel ik me zo bloot bij. Nee, we zitten niet op het naaktstrand, maar ik vind het toch een beetje een spelbreker. Bovendien heeft een gesprek altijd wat meer niveau met iemand die niet laveloos is…
Wat nou, schande? Ik ben toch geen minister van BuZa? Nou dan!

Nee, ik ken Blok niet. Ik meen me te herinneren dat ik een keer een column van Bert Wagendorp in het Fries vertaald heb, toen ie net minister geworden was. Blok bedoel ik, niet Bert – Bert heeft wel wat beters te doen. Daar is het destijds bij gebleven. Wat mijn kennismaking met Blok betreft, meen ik.
Dus, wat hij precies met zijn uitspraak bedoeld heeft of in welk verband hij die deed, ik zou het niet weten. Maar op het eerste gezicht lijkt ze me onschuldig.

Blok had net zo goed kunnen zeggen: Opposites attract.
Ik weet niet of dat laatste wel altijd opgaat, maar in het geval van Maria en mij is het de spijker op zijn kop. Maria is een steek-in-de-broekzak, zoals we iemand die klein van stuk is in Friesland noemen (stek-yn-‘e-bûs’), en ondergetekende is onlangs met stip binnengekomen op de schaal van Richter. Ik ben niettemin haar ‘pequenino’ (= kleintje) en zij is mijn kanjer. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Zij is bijvoorbeeld flink en dapper, terwijl ik van één slag al ga liggen. Zij werkt alle dagen door tot in de kleine uurtjes en ik ben na het ontbijt niet meer vooruit te branden: Effe zitten, hoor! Zij is een echte ‘family man’ en ik… afijn.
Ja, heb je beeld nu? Dan laat ik het hier even bij, anders ga ik nog huilen. En dat wil je niet op je geweten hebben. Toch?

Vandaag stond er een korte bergetappe op het programma. Dat bracht bij mij herinneringen boven aan de tijd dat de benen nog goed waren en ondergetekende de Ronde van Frankrijk geregeld meefietste. Vlak voor de top van La Rosière werd ik toen ook, net als Nieve zo-even, bijgehaald door de kopgroep…
Hè?
Ja, sneu – vind je niet!?
Ofschoon ik sowieso niet gewonnen had, hoor – ik lag twee Rondes achter.

Dit vind je misschien ook leuk...