Louis en ik
Succesvolle voetbaltrainers, als José Mourinho en Louis van Gaal, hebben op veel mensen hetzelfde effect als een rode lap op een stier.
Een vriend van me (ik ga geen namen noemen, maar… hij begint met een “O” en eindigt op “tto”) kan helemaal niet meer uit zijn wóórden komen als ik hem vraag waarom dat toch is; hij sputtert dan alleen nog maar. De weerzin is kennelijk dermate vanzelfsprekend en epidemisch dat men er helemaal niet meer over nádenkt, over het waarom. Het schijnt iets te maken te hebben met de manier waarop de “haatobjecten” met de buitenwacht omgaan…
Nou kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Bij die houding jegens de buitenwacht, bedoel ik. Zelf houd ik wel van een stevig potje voetbal… eh, kíjken, maar… alle gelul eromheen kan me gestólen worden.
Persoonlijk kan ik me dus heel goed indenken, dat beide mannen zich volstrekt in hun knollentuin voelen als ze samen met hun spelers tot de enkels in het natte gras staan; en dat ze bepaald géén strakke plasser krijgen bij de gedachte aan het verplichte nummertje achteraf, de persconferentie. Het wil er bij hen vermoedelijk níet in, dat hele volksstammen praatjes-voor-de-vaak belangrijker vinden dan het spelletje zelf.
Als jonge leidinggevende werd mij vroeger verweten dat ik te “intern gericht” was. Ik moest mijn “blik meer naar buiten” richten: “Jij bent er voor de klánt, Tiago; de klant is er níet voor jou!”
Ik begreep wel waar dat vandaan kwam; dat hadden ze op cursus geleerd. En ik was natuurlijk “arrogant” genoeg om te menen dat ik de filosofie achter de kretologie beter begreep, dan de… eh, kretologen zelf. Ík ben er niet voor de klant, zo riposteerde ik dan, “mijn” ménsen zijn er voor de klant; en ik, ík ben er voor “mijn” mensen.
Mijn redenering was: Zolang ik de voorwaarden creëer waaronder “mijn” mensen zich dérmate senang voelen dat ze een optimaal product afleveren, dan is de buitenwacht (“de klant”, si vous voulez) daarmee het beste gediend en… heb ík mijn werk gedaan.
Nou moet ik bekennen, dat ik enkele keren het voorrecht had om met een groep prachtmensen te mogen werken; de individuele verschillen waren soms onwaarschijnlijk groot, maar als geheel waren we onverslaanbaar.
Met andere woorden, de verleiding was voor deze jongen ook wél erg gróót, om samen met hen “tot de enkels in het natte gras te staan” en om het “externe werk”, het p.r.-gebeuren, over te laten aan iemand uit de groep die in mijn ogen veel beter voor die rol geknipt was.
Maar ja, dát werd door de buitenwacht weer niet gepikt; het moest de baas zelf zijn, want anders nam ik ze “niet serieus”!
We nemen de échte buitenwacht juist blóedserieus, Louis en ik, maar… dát wordt niet altijd even goed begrepen!
(Nou jij weer!)
Tiago en Louis.
Ontdek de overeenkomsten en de verschillen. Ik kan je verhaal goed volgen en begrijpen. Eén punt maakt het verschil. Itt wat jij beschrijft kent L. Geen respect voor mensen die anders dan wat hij denkt. Geen respect betekent onfatsoenlijk gedrag en dan druk me nog zwak uit. Een andere mening hebben wordt dat door hem beschouwd als je hebt er geen kijk op. Kortom, de man leeft in een cocon. Tiago weet het ook beter als de zogenaamde deskundigen. In zoverre is er een parallel. Met dit verschil dat die deskundigen niet met hun hoofd op het hakblok eindigen. Overigens voel ik met je mee want ik heb ook last van die arrogantie. Tsja en wat die persconferenties betreft. Dat zijn geen verplichte nummers, maar dat is zijn ultieme genot om duidelijk te maken dat hij het primaat van het gelijk heeft. Sorry Jaap, je bent echt anders dan deze gestoorde man. De psychiatrische aandoening mag je zelf bedenken.
gr. van tto(O)
Waarde vriend,
Ik geloof dat ik in dit blog al eens “geroepen” heb dat wij Nederlanders wat dat betreft een beetje een vreemde eend in de wereldbijt zijn; bij ons komt het gesprek eerst lekker op gang indien onze gesprekspartner er een andere mening op nahoudt.
Maar, geloof me, dat is niet de norm!
Hier in het katholieke zuiden van Europa werd men vroeger als andersdenkende genadeloos over de kling gejaagd. En vandaag de dag is dat niet écht anders!
Nee, niet dat men nog over de kling gejaagd wordt, hoor; dat is inmiddels uit de mode en volgens de Europese regels een beetje onwettig geworden. Echter, als men er openlijk een afwijkende mening op nahoudt – bijvoorbeeld een andere politieke partij aanhangt – dan wordt men simpelweg genegeerd, doodgezwegen; “Wij praten niet meer met jou!”, is de strekking van het verbeten stilzwijgen. Bij onze oosterburen (ik redeneer nu even vanuit Nederland) bepaalt naar verluidt de hiërarchie nog grotendeels wie er gelijk heeft; en, daar gaat zelden iemand tegenin. En in Engeland wordt het zelfs onbelééfd geacht om het met iemand oneens te zijn; zelfs al denken ze bij zichzelf “Ja, dikke lul, zeg!”, dan nog zal een echte Brit hardop zeggen “That’s a very interesting point, you made there!”
Kortom, ik persoonlijk vind het niet zo heel vreemd dat onze Louis weinig aanpassingsproblemen kende in Spanje en Duitsland, en dat ie er weinig gaat kennen in Engeland straks.
Dat we in Nederland verwachten dat iemand “gezellig” meedoet en met ons in discussie gaat, wanneer we – teneinde onze welwillendheid/kunde/vermeende professionaliteit/superioriteit (doorhalen wat niet van toepassing is!) te etaleren – het “lekker” met hem of haar oneens gaan lopen zijn, tja… dat is ónze (journalistieke) afwijking op het wereldtoneel; níet die van Louis!
Nou jij weer!
En nu ik weer!
Hoezo in Nederland niet over de kling gejaagd als je andersdenkend bent. Pak je geschiedenisboeken. De inquisitie, vervolgens de consequenties van de Dordse synode met als dieptepunt de onthoofding van van Oldenbarneveldt. Een paar eeuwen later de Max Havelaar. Hoezo, freedom of speech.
En nu, wat te denken van de moorden op Fortuyn en van Gogh. In Nederland moet je oppassen als je iets over de islam zegt en dat doen we ook, want we willen geen kogel door onze kop die Wilders er ooit in krijgt.
En wat die Engelsen befrefr. Ooit Farraday van de UKIP gezien. Of het rumoer in het Lagerhuis, waar ze elkaar voor van alles uitmaken.
OK, in de zuidelijke landen misschien meer terughoudendheid maar onze cultuur wijkt daar weliswaar vanaf, maar op het punt wat jij inbrengt, niet extreem anders.
Verdomd, zijn we toch europeanen?
Nou jij weer!
Je zegt dus eigenlijk:
“We zijn in wezen allemaal,
Geen haar beter dan de heer Van Gaal!”
Begrijp ik je zó goed?
Nee, want we hebben niet allemaal een psychiatrische afwijking. In alle landen en culturen lopen er louwietjes rond. Ze zijjn alleen niet allemaal bekend.
Maar… moet iemand met een psychiatrische afwijking niet eerder als “zielig” beschouwd worden, dan massaal op de korrel genomen? Of zie ik dat ook verkeerd?