Kneus
Ja, dat weet ik heus wel — dat de mens van nature slecht is. Ik heb namelijk ook een buurvrouw. Maar ik mag toch aannemen dat iedereen in zijn opvoeding meekrijgt, dat het ons streven is de wereld een beetje beter achter te laten dan we haar aangetroffen hebben.
Hè? Behalve de buurvrouw?
Hahaha, 1-0 voor
u.
Maar ja, die arme ziel heeft zo te oordelen geen enkele opvoeding genoten. Dat
kan de beste overkomen!
Dat vooruitgangsdenken had ik vroeger heel sterk; oorlog was voorgoed voorbij, flowerpower was de energiebron en de technologie bracht ons niet alleen op de maan, maar zou aanstonds eveneens voorgoed afrekenen met ziekte en gebrek.
Mijn vader probeerde mijn enthousiasme nog wel af te remmen door me eraan te herinneren dat Keulen en Aken niet op één dag gebouwd zijn, dat dingen minder snel veranderen dan men zou willen, dat ´s mensen drijfveer eigenbelang is en dat de baas altijd de baas geweest is en dat ook nog wel even zou blijven. En dat ik dus beter een beetje op mijn woorden kon passen met mijn onstuimige onvervaardheid.
Ik moest natuurlijk smakelijk lachen om die vooroorlogse, achterhaalde ideeën van hem. Dat was allang niet meer zo. We hadden inmiddels allemaal het beste voor met de wereld in het algemeen en met onze medemens in het bijzonder. Wat nou, afgunst en hebzucht?
Toen ik dan ook de voorzitter van de concerndirectie mijn goede wil toonde door hem hulpvaardig diets te maken wat de gewenste koers was — een en ander keurig conform de oneliners waarmee hij ons gedurig om de oren sloeg — rinkelden alle spaken uit het vliegwiel van mijn carrière.
1-0 voor mijn vader.
Maar goed, mijn vader zei ook altijd: Doe wel en zie niet om!
Waar hij die wijsheid vandaan had, dat zou ik moeten googelen. Zonder strijd geen overwinning, voegde mijn moeder daar meestal aan toe.
Hè? Ja, moet ik straks ook even googelen.
Maar, helaas, ook de medische vooruitgang met zijn lang verbeide panacee, zijn middel tegen alle kwalen, kampte met problemen.
2-0 voor mijn vader.
Elke doorbraak werd steeds weer ingehaald door een nieuwe volksziekte nummer één met stip. En doemdenkers voorspelden dat een volgende “Spaanse griep” verre van denkbeeldig was. Mijn ouders hadden inmiddels een abonnement genomen op de top tien van volksziekten nummer één en bezweken daaraan kort na elkaar rond de millenniumwende.
De wal keert het schip. Ook deze jongen lag even voor Pampus. Hoog tijd voor herenting van het getormenteerde wereldbeeld, dat vol schaarden en blutsen zat. Inmiddels was het besef al wel bij me ingedaald dat de wereld niet louter bestaat uit gelijkgestemden.
3-0 voor mijn vader.
Er lopen wel degelijk mensen rond wier enige levensdoel het schijnt te zijn anderen het leven zuur te maken. Hè, buuf?
Maar goed, ik ging mijn vader natuurlijk niet postuum zijn vierde goal laten inkoppen. Over mijn lijk. Ik wilde blijven vasthouden aan dat streven om de wereld een beetje beter te maken. Dan ging ik het maar klein houden — bij mezelf. Een Chinese wijsgeer schijnt ooit gezegd te hebben: Je kunt de hele wereld wel willen tapijten, maar… je kunt ook pantoffels aantrekken. En, trouwens, als de wal het schip keert, dan steke men van wal. Een gouden greep, achteraf bezien.
Ik geef toe dat het niet altijd meevalt om de positieve kant te blijven zien als men gedurig belazerd en getreiterd wordt.
Hè?
Natuurlijk wil ik de buuf af en toe een ros voor haar kop geven. Maar, als men almaar toegeeft aan atavistische impulsen van oog om oog, dan komt er nooit een einde aan oorlog. Ik geef er de voorkeur aan om uit mijn comfortzone te treden, zoals dat tegenwoordig in goed Nederlands heet, de adrenaline weg te slikken, lering te trekken uit de ervaring en niets te doen waar ik ongetwijfeld spijt van ga krijgen. Omwille van mezelf en… de toekomst.
Maar de laatste dagen begin ik toch te twijfelen of het streven dat we — als het goed is — van kindsbeen af meekregen, wel iets uithaalt. Zolang we geen cent te makken hebben, zitten we hoog te paard de rijken der aarde te bespotten die almaar rijker willen worden. Maar ik vraag me af of we zelf ook maar een paardenhaar beter zijn als zich de gelegenheid voordoet.
Met andere woorden, wint nature het niet altijd van nurture als het erop aankomt?
Waarom ik me dat opeens afvraag?
Nou, de Koning van Spanje — of beter, de gewezen Koning van Spanje — die toch alles heeft wat zijn hartje begeert, zou je zeggen, kreeg — alsof ie dat nodig had — van een Arabier nog eens een douceurtje van dertig miljoen op een Zwitserse rekening gestort. Laat het hem vervolgens ontschoten zijn de fooi even bij de fiscus te melden! Dus hij moest uit arren moede wekelijks een koffer cash geld uit Zwitserland laten invliegen. Dat moet echt een kei van een lakei geweest zijn. Dat ie toch iedere week weer keurig in Madrid landde, bedoel ik.
Hebben we eerst “van de prins geen kwaad weten” uit de Dikke van Dale laten schrappen, moeten we verdikkeme ook ons volkslied nog gaan lopen aanpassen.
Recente reacties