‘Ieder pondje gaat door het mondje’

Dat beweerde mijn diëtiste – of ‘nutricionista’, zoals dat vak hier te lande heet – dus laat ik mijn maaltijden tegenwoordig rectaal inbrengen.

Ja, kijk, als je van huis uit meegekregen hebt dat je je bord moet leegeten en dat voedsel weggooien een misdaad is, dan is minderen geen optie natuurlijk; gewoonten die je van kindsbeen af zijn bijgebracht, breek daar maar een twee drie mee! Dat valt tegen, hoor! En, tsja, deze koter wil niet de annalen ingaan als De Vette van De Swette, dus … anaal met die hap!

Het vergt even wat meer medewerking van het bedienend personeel in het eethuis dat mijn vrouw en ik plegen te frequenteren, maar daar staat weer tegenover dat ze de tafel niet hoeven te dekken – dat doe ik wel. Ja, dan kunnen ze er wat makkelijker bij, ziet u?
Hè?
Nou, een speciale tafel voor mij, met een gat in het midden … voor het ligcomfort.

Afijn, de Belgische wafels gaan erin als … eh, koek. Brussels lof trouwens ook.
Een Russisch ei weiger ik, uit solidariteit; maakt deel uit van mijn laatste sanctiepakket. Maar als ze Sauerkraut in de aanbieding hebben … Ja, ook ik moet op de kleintjes letten, dus alles wat billig is … huppekee!
Wablief? Huppekee?
Dat heet een tussenwerpsel. Wat dacht u dan?

Een piano in mijn reet krijg ik niet weg …
Hè?
O, sorry … dat is de term in Portugal voor ribbetjes – piano.
Wat?
Ja, zo heet dat nou eenmaal. Vroeg die ober, of ik worst lust.
Nou heb ik nooit geïnformeerd naar de geaardheid van de man, want … nee, dat ging me geen reet aan, vond ik. Tot nu toe!
Wat?
Nou, dat moet u helemaal zelf weten, maar ik wil geen gesodemieter. Tenminste, niet achter mijn rug om. Dus ik zeg tegen die ober: ‘Dat ligt eraan. Ik wil ‘m eerst zien!’
Wat denk je? Liet ie toch zijn broek zakken … de lul!
‘Ja, dáág! Je kunt m’n rug op!’

Mijn vrouw wil tegenwoordig aan een apart tafeltje zitten.
Ja, ik laat weleens een boertje, ziet u? Voorheen zei ze altijd ‘Hand voor de mond!’ als ik dat deed. Maar ja, ze kan nu moeilijk zeggen … afijn.
Dus, die zit apart nu. En ik moet zeggen … dat praat een stuk makkelijker. Want, ja, ik mocht van haar ook nooit met volle mond praten. ‘Eerst je mond leeg!’ zei ze dan. Maar ze kan nu moeilijk zeggen … afijn.

[wordt vervolgd]

Dit vind je misschien ook leuk...