Het Engelse oog — para inglês ver
Engelsen (en Nederlanders ook) hadden door de eeuwen heen de (kennelijk zeer menselijke) gewoonte om met hun dikke reet op de natuurlijke rijkdommen van andere volkeren te gaan zitten en de plaatselijke bevolking met een paar schellinkjes af te schepen.
Dat was hier in Portugal niet anders. Het rivierdorp aan de Rio Guadiana waar ik samen met mijn Portugese deerne woon, was tot in de jaren zestig de zeehaven waar vrachtschepen uit Engeland het erts innamen dat vijfentwintig kilometer verderop, in de mijnen van Minas de São Domingos, gedolven was.
Ook de exploitatie van die mijnen was in Engelse handen, alsmede de baantjes waarbij men in letterlijke zin geen vuile handen maakte.
Het verhaal gaat dat er af en toe een mijnwerker uitgekafferd moest worden die het in de ogen van een Engelse bobo niet goed gedaan had. Dat uitkafferen werd doorgaans aan een Portugese autochtoon die het tot voorman geschopt had, overgelaten. Niet alleen was men huiverig om vuile handen te maken bij het oren wassen van een ondergeschikte, het is ook een wet van Meden en Perzen, dat Engelsen geen woord over de grens lullen.
Naar verluidt wilde zo´n autochtone voorman de kool en de geit sparen. Anders gezegd, hij wilde een goede werkkracht niet in diens eer aantasten over iets wat in zijn ogen een wissewasje was, en anderzijds zijn baan niet verliezen door de opdracht van zo´n hotemetoot te negeren. Hij loste dat als volgt op. Hij ging met gebalde vuist en vlammend oog tegenover de mijnwerker staan die in de ogen van de Brit een schrobbering verdiend had, en brulde hem stampvoetend in het gezicht: “Alles goed thuis?” En als het slachtoffer dan bedeesd met de pet in de hand antwoordde van “Sim, senhor”, dan deed de voorman er nog een schepje bovenop, door schuimbekkend te bulken “En gaat ´t weer een beetje met die lelijke hoest van je schoonmoeder?”
Afijn, de bolwassing kon dermate groteske vormen aannemen dat de Brit tussenbeide moest komen, om de voorman tot bedaren te brengen: “Kom, kom, zo is ´t wel genoeg. Zo erg was ´t nou ook weer niet.” De voorman liet zich dan onder protest wegleiden, terwijl hij over zijn schouder de ander nog dreigend toevoegde van “Doe je haar vooral de hartelijke groeten van me?” Waarop de tot de orde geroepene nederig antwoordde “Estão entregues, senhor.”
Bobo blij, bediende blij, beiden blij. Wat wil je nog meer?
Zulke toneelstukjes vielen onder de noemer “para inglês ver” – vrij vertaald, “het oog van de Engelsman wil ook wat”.
“Para inglês ver” wordt ook losgelaten op slordig en oppervlakkig uitgevoerd werk.
Toen onze buurman nog kapitein van de rondvaartboot was, deed zich het volgende voor. Mijn buurman was voor zijn inkomsten gelukkig niet afhankelijk van het aantal dagreisjes per seizoen, want die waren op de vingers van één hand te tellen. De boot werd door de gemeente in de vaart gehouden en de kapitein was dus gewoon ambtenaar.
Onze zeilboot lag destijds aan dezelfde steiger, dus ik ging weleens een praatje maken met de kapitein, die ook in maritieme zin de buurman was. Mijn ogen puilden bij zo´n gelegenheid bijkans uit hun kassen, toen ik zag hoe hij met de verfkwast gewoon over vogelpoep en andere ongerechtigheden heen schilderde. Toen ik er wat van zei, luidde het simpele antwoord: “Ah, é para inglês ver!”
Leuke anecdote Jaap
Dat doet mij deugd. Het grappige is, ik wilde het over iets heel anders hebben. Maar… zo gaat dat wel vaker. Dan breng ik me met mijn eigen geneuzel van mijn à propos. Dus na een halfuurtje stond er heel wat anders dan wat ik had willen vertellen. Het zij zo.