Geen wonder dat de schonk het niet veteren kon
Ons Sven zei vrijdag tegen Bert Maalderink van de NOS dat hij lekker koest had, na de tragedie. Dat was niet te loven; de meeste reedrijdfans hadden van manklikens geen wenk in de ogen had. Maar ja, men is een groot kampioen of niet, ons Sven was alweer aan ‘t opladen voor de ploegenachtervolging en de massastart.
Het lag aan ons Svens linkerschonk. De schonk functioneerde al een schoft niet zo’t ’t hoorde. Dat is noodlottig voor een reedrijder. Een voetballer kan met één goede schonk nog een blinderommen eind komen, maar een reedrijder is twéé goede schonken vannoden. De zesde plek op één schonk was eigentlijk een wonder.
Ik volg de sport al een jaar of vijftig en ik kan me niet in het zin brengen dat een verlies zoveel collectieve bedruktens losmaakte als dat van ons Sven, donderdag in Pyeongchang. Of het moet het verlies van het Nederlands elftal van 7/7/74 geweest hebben, toen we met 2-1 ons eind sluipen lieten tegen Duitsland in de finale van het WK.
De totaalblans van blijdens en bedruktens maakt een nederlaag niet het verscheel op. Tegen elk verlies over staat altijd een overwinning, dat is het mooie van sport. De bedruktens van ons Sven werd opheven door de blijdens van winnaar Ted-Jan Bloemen. Maar er zijn individuele nederlagen en collectieve. De collectieve nederlaag verbalt de blans; honderd blijde Canadezen kunnen niet uit tegen tien miljoen verwezen Nederlanders.
De nederlaag van Oranje was toendestijds een collectieve; de grens tussen sporters en supporters was opheven, het verlies gold ons allegaar. Dat kwam doordat de wedstrijd veel groter maakt was als een voetbalwedstrijd feitlijk verneren kan. Het was de ultieme wraak voor ’40-’45. Maar met de 2-1 van Müller viel de poep op een nieuw ons land binnen: huilen, dokter.
Ons Sven was iets dergelijks mank mee. Oké, geen wereldoorlog, maar wel een verloren veldslag. Acht jaar weerom maakte ons Sven een misse wissel. Niet zo’n groot beuren op hemzelf, maar men had toendestijds al voort het gevoel dat zich een ramp van onweten proporties voordaan had. Ik heb nooit goed nakomen kunnen waarom. Maar naast collectief verlies en winst zijn er zo’t ’t lijkt ook collectieve misse wissels. Het was alsof we allemaal de verkeerde kant opstuurd waren en diskwalificeerd. Een Zuid-Koreaan won.
Allenig goud op de tien kilometer voor ons Sven kon het verhemelen. De overwinning van Jorrit Bergsma van vier jaar weerom telde niet. Die had het eerder slimmer maakt. Jorrit had in 2010 niet mis wisseld en kon dus met zijn goudene medalje ook het verdriet van Vancouver niet verwissen. Ons Sven was de verlosser, waar anders dan in Zuid-Korea, het land van de profiteur van 2010?
De 10K van Gangneung was zodoende jaren weerom al groter als een tien kilometer verneren kan. Het was een beladen wedstrijd. Ons Sven ging van eind met de hope en het verlangen van een paar miljoen Nederlanders op de rug, met het collectieve omdenken aan de misse wissel en het dwingende denken dat allenig de overwinning dat trauma vermoedzoenen kon. Geen wonder de linkerschonk het niet veteren kon.
De sport ziet men somtijden de krachtige vereenzelviging in van het volk met één persoon, de overgave zonder bedenksten en de bewondering zonder berooi, waarvan ons ornaris de grijze over de grouwe gaan zou. Maar de sportheld is een held zonder blaam die enkeld streeft naar roem en eer, niet naar macht.
Erica Terpstra bracht donderdag de nationale grafstemming onder woorden. ‘Iedereen gunde het hem zo’, zei ze, ‘ik vind het zo verdrietig voor hem’. Ons Sven werd negenreis wereldkampioen allround, won negentien wereldtitels afstanden en verslaat in de olympische medailles. Ted-Jan Bloemen had nog nooit iets dat maakt gewonnen – het ligt in de reden hém de zege wel toe hebben willen. Maar Erica bedoelde: ‘Ik gunde het ons zo, ik vind het zo verdrietig voor ons.’ Nou zullen we ninter meer dat wisseltrauma slijten kunnen.
Bert Maalderink bezocht ons Sven nog te vertokken en ga door tot 2022 en bezoek het nóg een keer. ‘Er zijn ergere dingen dan geen goud winnen’, zei Matthijs van Nieuwkerk, maar niemand kon iets bedenken dat slimmer was. ‘Kijk, hij geeft de winnaar een hand’, zei Erica, ‘heel bijzonder’.
Recente reacties