Die goeie ouwe tijd met ‘vadertje’ Salazar
– Dat had men vroeger niet!
– Wat niet? Brand niet?
– Nee, brandstichting! Ten tijde van Salazar liet men zulks wel uit z’n hoofd – toen was er nog respect.
De vrouw van de man knikt instemmend en kijkt me daarbij streng aan, alsof ze waarschuwen wil: Einde discussie, hoor!
Ik kan nu dus wel zeggen dat dát geen echt respect was, respect uit angst, maar ik voel op mijn Friese klompen aan dat dit Portugese echtpaar-op-jaren van mening is dat respect gebaseerd op angst altijd nog te verkiezen valt boven helemaal géén respect.
Dat respect een waarde behoort te zijn die als vanzelfsprekend van binnenuit komt, in plaats van door dreiging van buitenaf ingegeven wordt, is voor dit echtpaar nog een brug te ver, schat ik. Die vorm van respect kénnen ze niet – die is van vóór hun tijd.
In Portugal zitten we nog een beetje in de post-dictatoriale fase waarin veel mensen tot de ontdekking komen dat er geen harde hand met een fascis (bijvoorbeeld een Spaans rietje) meer op hen neerdaalt wanneer ze zich niet aan opgelegde normen houden. Die straffeloosheid wordt door hen uitbundig gevierd als vrijheid.
Het bejaarde echtpaar waarmee ik de verschrikkelijke gebeurtenissen in Griekenland bespreek, ziet feilloos in dat er een keerzijde zit aan die straffeloosheid. Teneinde daar korte metten mee te maken, zien ze er geen been in om hun eigen volk dan in godsnaam maar weer de vrijheid te ontnemen – terug naar de fascis.
Hoe moet ik die mensen in vredesnaam duidelijk maken dat terug niet de aangewezen weg is, maar dat er een weg vooruit is – waarop de voorheen opgelegde normen door opvoeding en scholing op individueel niveau verinnerlijkt worden en uitgroeien tot intrinsieke waarden, zodat ze op den duur weer deel van de volksaard zijn?
Ik loop een gerede kans als luchtfietser nagewezen te worden, als ‘die domme Hollander met zijn stadse fratsen’. Hetgeen natuurlijk verrekte dicht bij de waarheid komt – too close for comfort in ieder geval.
Nee, ik ga deze mensen echt niet onder de pet praten dat hun vrijheid beslist niet alle blaam treft.
Integendeel, die zwaarbevochten vrijheid mag wel degelijk gevierd worden. Er zijn alleen nog een beetje veel mensen die opnieuw moeten leren dat er paal en perk is aan hun vrijheid – en wel, dáár waar zij raakt aan die van anderen. Want juist dáár kan zij het geluk(s-gevoel/-streven) van die anderen in gevaar brengen.
Ik hóef ze dat ook niet meer diets te maken. Ik kan mijn energie beter richten op aanstormende generaties. Laat deze lieden maar lekker dromen van Die Goeie Ouwe Tijd, toen het volk gebukt ging onder de fasces van Salazar en zijn PIDE (geheime politie).
Dat is eigenlijk wel een grappige tegenstrijdigheid…
Enerzijds behandelde Salazar cum suis het volk als een stel stoute kinderen dat kort gehouden moest worden, anderzijds maakte hij ze wijs dat ze de Kroon der Schepping waren. Dat superioriteitsdenken is trouwens goed gelukt. Een spoor ervan is bijvoorbeeld de meewarige blik die je ten deel valt wanneer je iemand betrapt op een koe van een taalflater – een blik die zoveel zeggen wil als: Ach, mijn gebrekkige taalbeheersing kan nooit minder zijn dan het Portugees van een buitenlander, een Untermensch.
Ook de overtuiging van Portugezen als voormalige wereldheersers, ziet men een beetje terug in de opmerking waarmee dit stukje begon…
Hoezo, ‘dat had men vroeger ten tijde van Salazar niet’? We hebben het over criminele brandstichting in Griekenland, hoor! Daar weten ze waarschijnlijk niet eens goed waar Portugal precies ligt – laat staan, waar Salazar ligt!
Ja, want die ligt ook, gelukkig. En laten we hopen dat dat zo blijft.
Recente reacties