Viva Ana Leal!
We hebben hier in Portugal nog zo’n onderzoeksjournalist van de oude stempel – eentje die meedogenloos misstanden aan de kaak stelt.
Met ‘meedogenloos’ bedoel ik, dat ze snoeihard tegen de hotemetoot die ach en wee klaagt over de corruptie van een ander, zegt: “En uzelf dan, toen en toen?”
Talloze keren is ze bedreigd met processen wegens smaad en dwangsommen waar de meest doorgewinterde en goedbedoelende verslaggever subiet een wegtrekker van krijgt. Doch in haar ruim 30-jarige carrière heeft ze geen proces verloren – simpelweg omdat ze haar werk goed doet.
Weet u nog, Pedrógão Grande, waar juni vorig jaar bij natuurbranden zesenzestig mensen op tragische wijze om het leven kwamen en tallozen dakloos raakten?
Overheid en medeburger tastten spontaan (want de wereld keek mee) in de buidel voor de wederopbouw – natuurlijk in de eerste plaats voor de getroffenen.
Wat nu bracht Ana Leal met haar team aan het licht?
De wederopbouw van tweede(!) woningen en (vóór de ramp al) onbewoonde bouwvallen werden met datzelfde geld bekostigd, soms zelfs met voorrang boven de schrijnende gevallen.
En de toezichthoudende organen dan?
Hoe dacht u dat rijke buitenlanders hun 2e huisje opgewaardeerd kregen tot 1e woning?
Daar zijn enige bureaucratische hand- en spandiensten vereist, nietwaar. Als toezichthouders geen deel uitmaakten van het corrupte zootje, waren onderzoeksjournalisten als Ana Leal meteen brodeloos.
“Ja, het is een grof schandaal,” wil een plaatselijke hotemetoot desgevraagd voor de camera wel kwijt, “dat er op die schaal misbruik gemaakt wordt van gemeenschapsgeld! En dát na zo’n vreselijke tragedie als we hier in Pedrógão Grande hebben meegemaakt. Onbegrijpelijk! Wat hebzucht met mensen doet, hè!”
Ana Leal, met een blik waarmee je rustig Jaws 3, 4 èn 5 zou kunnen uitbenen en fileren: “En uzelf dan!?”
Want, ja, wie ziet een stukje braakliggend terrein, met daarop eventueel een ruïne, niet als een leuke investering voor de toekomst – men weet maar nooit. En, ziedaar, juni 2017: opportunity knocks!
En dan hebben we het natuurlijk niet over Jan Boezeroen, hè – dan hebben we het algauw over hotemetoten van het kaliber burgervader Zus-en-Zo tot ex-vrouw van ex-burgemeester Van-Hier-tot-Gunder.
Ana Leal gaat door tot het gaatje, zegt ze, dat zit haar in het bloed. En als het werken haar onmogelijk gemaakt wordt – een t.v.-zender kan immers wel gevoelig zijn voor miljoenenclaims, ook al is één van zijn reporters dat niet per se – dan neemt ze ontslag, zegt ze, en gaat ze alleen verder.
Kijk, dát zijn kerels!
Het mooiste vind ik altijd die geveinsde verontwaardiging, die dan door Ana Leal aan de kaak gesteld wordt: “En uzelf dan?”
Dat heeft mijn Portugese buurman ook – wel een Jan Boezeroen trouwens – die verontwaardiging: “Ze zijn allemaal corrupt!”
Met ‘ze’ bedoelt ie de gevestigde orde – dat begrijpt u.
Ik, met een blik waarmee je best wel een middelgroot sardientje kunt fileren: “En jijzelf dan, toen en toen, met dat en dat?”
Op zulke momenten valt de bek hem open.
Ik denk dat zulks een beetje cultureel bepaald is: men ziet er geen been in om te liegen, maar men rekent er absoluut niet op om voor leugenaar uitgemaakt te worden. Zulks is niet de sociale norm hier.
Zo zien de hotemetoot in de docu, alsmede mijn buurman, er ook geen been in om beschuldigend naar anderen te wijzen, maar ze houden geen moment rekening met de kaatsbal “De pot verwijt de ketel dat ie zwart ziet.”
Kennelijk vallen Ana en ik buiten de norm – Ana met een ietsepietsie meer exposé dan ik, toegegeven.
“Ja,” zegt mijn buurman dan als ie eenmaal van de schrik bekomen is, “maar dat is klein bier – dat telt niet.”
“O? Dus als jouw veertienjarige dochter zwanger thuiskomt is het huis te klein, maar als ze een béétje zwanger is dan is het goed?”
“Hoe bedoel je,” kijkt mijn buurman mij onnozel aan, “zwanger is zwanger.”
“Ja, en corrupt is corrupt, ofschoon ik jouw variant wel een aardige titel vind voor een Hollandse meezinger: Een béééétje corrupt… ik dacht, een bééééétje corrupt….”
Nee, tussen mijn Portugese buurman en mij gaat ’t nooit boteren. En dat ligt aan mij – dát begrijpt u. Onaangepast, hè – het spelletje niet meespelen!
Nee, volgens mij steekt er wel een onderzoeksjournalistje in mij. Dus, als je me vraagt “Wat wil je later worden als je groot bent?”, dan kan ’t maar zo zijn dat ik antwoord: Ana Leal, goddomme! Viva!
Recente reacties